Aktuelles
Nieuwe bepalingen met betrekking tot de beëindiging van arbeidsovereenkomsten
Nieuwe bepalingen met betrekking tot de beëindiging van arbeidsovereenkomsten
1. De Wet van 12 april 2011 (B.S. 28 april 2011) wijzigt onder andere de Wet van 3 juli 1978 (Arbeidsovereenkomstenwet), in het bijzonder de opzeggingstermijnen, die in het kader van de beëindiging van arbeidsovereenkomsten in acht moeten worden genomen.
De nieuwe wetgeving is een eerste stap richting de gelijkschakeling van het arbeiders- en bediendenstatuut en beoogt meer rechtszekerheid te bieden.
2. De nieuwe regelingen zijn van toepassing op arbeidsovereenkomsten waarvan de uitvoering begint vanaf 01.01.2012. Voor de lopende arbeidsovereenkomsten verandert er bijgevolg niets. (Tenzij er sprake is van een onderbreking van de lopende arbeidsovereenkomst na 01.01.2012 voor meer dan zeven dagen, in dat geval is eveneens de nieuwe wetgeving van toepassing.)
i. Ten aanzien van arbeiders
i.1 Opzegging door de werkgever
3. De Wet van 12 april 2011 voegt een nieuw art. 65/2 §1 toe aan de Arbeidsovereenkomstwet. Dit art. bepaalt dat wanneer de opzegging uitgaat van de werkgever de opzeggingstermijn, in afwijking op art. 59, bedraagt:
- voor werklieden met een anciënniteit (anc.) van minder dan 6 maanden 28 dagen
- voor werklieden met een anc. van 6 maanden tot minder dan 5 jaar 40 dagen
- voor werklieden met een anc. van 5 jaar tot minder dan 10 jaar 48 dagen
- voor werklieden met een anc. van 10 jaar tot minder dan 15 jaar 64 dagen
- voor werklieden met een anc. van 15 jaar tot minder dan 20 jaar 97 dagen
- voor werklieden met een anc. van 20 jaar of meer 129 dagen.
Onder anciënniteit wordt verstaan de periodes gedurende dewelke de werkman ononderbroken in dienst is gebleven bij dezelfde onderneming.
Voorts geldt dat arbeiders naast de hiervoor aangehaalde opzeggingstermijn resp. opzeggingsvergoeding recht hebben op een ontslaguitkering.
i.2 Opzegging door de arbeider
4. Overeenkomstig art. 65/2 §2 van de Arbeidsovereenkomstenwet geldt dat wanneer de opzegging uitgaat van de werkman, de opzeggingstermijn wordt vastgesteld op 14 dagen. Deze termijn wordt verdubbeld tot 28 dagen wanneer de werkman ten minste 20 jaar ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst is gebleven.
ii. Ten aanzien van bedienden
ii.1 Opzegging gegeven door de werkgever
5. Overeenkomstig art. 27 van de Wet van 12 april 2011 wordt art. 86/2 ingevoegd in Arbeidsovereenkomstenwet. Art 86/2 bepaalt dat wanneer het jaarlijks loon € 30.535,- (geïndexeerd bedrag 2011) overschrijdt, in afwijking van art. 82 §3, de opzeggingstermijn welke door de werkgever in acht moet worden genomen, als volgt wordt vastgesteld:
- voor de bedienden die minder dan 3 jaar in dienst zijn 91 dagen
- voor de bedienden die van 3 jaar tot minder dan 4 jaar in dienst zijn 120 dagen
- voor de bedienden die van 4 jaar tot minder dan 5 jaar in dienst zijn 150 dagen
- voor de bedienden die van 5 jaar tot minder dan 6 jaar in dienst zijn 182 dagen
- voor de bedienden die minstens 6 jaar in dienst zijn, geldt dat de opzeggingstermijn wordt vastgesteld op 30 dagen per begonnen jaar anciënniteit:
- voor de bedienden die van 6 jaar tot minder dan 7 jaar in dienst zijn 210 dagen
- voor de bedienden die van 7 jaar tot minder dan 8 jaar in dienst zijn 240 dagen etc.
In afwijking op de huidige regelgeving, waarbij partijen dienen te onderhandelen over de opzeggingstermijn, geldt dus overeenkomstig de hiervoor aangehaalde nieuwe regeling vanaf 01.01.2012 een vaste opzeggingstermijn.
6. Ten slotte dient in dit kader nog te worden opgemerkt dat indien de opzegging door de werkgever wordt betekend vanaf 01.01.2014, de wet voorziet in afwijkende opzeggingstermijnen. (Art. 86/2 § 2 Arbeidsovereenkomstenwet)
7. Overeenkomstig art. 86/2 §3 Arbeidsovereenkomstenwet geldt dat wanneer het jaarlijks loon € 61.071,- (geïndexeerd bedrag 2011) overschrijdt op het ogenblik van de indiensttreding, de door de werkgever in acht te nemen opzeggingstermijnen, in afwijking van §1 en §2, ook mogen worden vastgesteld bij overeenkomst, gesloten ten laatste op dat ogenblik. Deze regeling bestaat eveneens in de huidige wetgeving.
ii.2 Opzegging gegeven door de bediende
8. Wanneer de opzegging wordt gegeven door de bediende, wordt de opzeggingstermijn als volgt vastgesteld:
- voor de bedienden die minder dan 5 jaar in dienst zijn 45 dagen
- voor de bedienden die van 5 jaar tot minder dan 10 jaar in dienst zijn 90 dagen
- voor de bedienden die minstens 10 jaar in dienst zijn 135 dagen
- voor de bedienden die 15 jaar of langer in dienst zijn en
- voor zover hun jaarloon € 61.071 (bedrag 2011) overschrijdt 180 dagen